Al eeuwen voor de jaartelling wisten de oude Egyptenaren karakteristieke geurstoffen uit planten te halen. Deze geuren in olie gevangen werden gebruikt voor godsdienstige rituelen en door heilige farao’s. De priesters in de antieke tijd worden wel beschouwd als de eerste parfumeurs. Zij konden toen al een hoogwaardig product maken voor het koninklijke hof. Om naast de geurige oliën ook zalven en balsems te maken, importeerden zij toen al hars van de mastiekboom en jeneverbessen.

De Grieken hebben het parfum in het dagelijkse leven geïntroduceerd. Het werd gewoonte het huis te parfumeren, het lichaam te verzorgen en je met geuren te omhullen. Zowel mannen als vrouwen deden dit. De parfums werden zwaarder door de toevoeging van bijvoorbeeld mirre (gomhars) en dierlijke geuren zoals muskus. Deze kostbare geuren werden als schatten bewaard in kleine albasten potjes en aardewerken kruikjes.
De Romeinen gebruikten liever kleine glazen flesjes die gemakkelijker mee te nemen waren. Ook waren de lichte flacons goede te verkopen en te distribueren. Want in de regeerperiode van Julius Caesar werd het parfum onlosmakelijk verbonden met iemands persoonlijkheid. Ieder zijn eigen geur, ieder zijn eigen parfum.
Door de vele kruistochten in de Middeleeuwen en de ontdekking van de nieuwe wereld kwam het parfum ook in noord Europa terecht. Hier vooral gebruikt door de kerk als blijk van liefde aan God. De monniken gebruikten de planten veel eerder voor medicinale doeleinden dan voor het opvangen van geuren. De monniken kenden de helende eigenschappen toe aan de vorm van de plant, blad of bloem die aansloot bij de menselijke lichaam. Bijvoorbeeld de walnoot aan de hersenen.
In de Renaissance werden de geuren weer lichter en bloemiger. De kleren werden toen elke dag geparfumeerd. Parfum was als een sieraad en gaf de persoonlijkheid weer van de drager. Bovendien, en niet onbelangrijk, maskeerde het parfum de stinkende lijfgeur van de mensen die niet of nooit in bad gingen.
Vanaf het einde van de 18e eeuw ontstond de grote dynastie van succesvolle parfumeurs in Frankrijk. Het werd gebruik om iedere dag parfum te gebruiken en door op grote schaal te gaan produceren werd de prijs lager en was parfum te koop voor iedereen.

In de directe omgeving van Grasse werden de sterk geurende rozen ‘centifolia’ en ‘damascena’ geteeld. Geoogst met de hand en verwerkt in kleine hoeveelheden. Ook de Lavendel, oranje bloesem, jasmijn, iris en de tuberoos werden gebruikt door de parfumeurs.

De geurstof van de tuberoos is extreem duur, heel gewild en heeft een narcotiserende werking. Een eeuw later werden miljoenen tonnen bloemen op grote schaal geteeld en verwerkt in de parfum industrie. Elke plant heeft een ander deel dat gebruikt kan worden. Bijvoorbeeld van de zwarte bes (cassis) alleen de knoppen vlak voor het uitlopen, van de Iris de wortels, de bloemen van de lavendel en rozen en van de sinaasappelstruik kunnen alle delen worden gebruikt om olie te maken. Rozenolie wordt vooral gemaakt door stoomdistillatie. Ondanks het mechanische proces is het een duur goedje, een kilo rozenolie kost op dit moment tussen de 3.000 en 5.000€.
Vanaf het begin van de industriële productie is een levendige samenwerking ontstaan tussen glasblazers voor aantrekkelijke flacons en flessen en ontwerpers van bijzondere verpakkingen die meteen in het oog springen. De flesjes en de doosjes moeten het parfum in een seconde uitdrukken en tot aankoop uitnodigen. De moderne vrouw en ook man wil graag zijn identiteit bevestigen door een heerlijke geur.
De geur van het parfum, dat tussen 20-40% uit geurbestanddelen is opgebouwd, heeft drie verschillende noten.
De topnoten geuren het sterkst maar slechts voor hele korte tijd, slechts zo’n 10 minuten. Deze topgeuren moeten direct na het aanbrengen op de huid, verleiden tot aankoop met een verrassende eerste indruk. Hierin voeren citrusgeuren de boventoon.
De hartnoten zijn het belangrijkste deel van het parfum. Deze geuren komen pas na 10 minuten vrij en krijgen dan de boventoon als de topnoot geur verdwenen is. Alle bloemengeuren zijn hartnoten.
De basisnoten blijven het langst en kunnen uren hun geur afgeven nadat de hartnoten, na 1 tot 2 uur, zijn verdwenen. De basisnoten bestaan uit o.a. houtsoorten zoals sandelhout. De toepassing van dierlijke geuren in de samenstelling van parfums is sterk afgenomen.

De parfum industrie in Grasse kwam in de 60-jaren aan z’n eind toen de vraag naar plantendelen zo groot werd dat uitgeweken moest worden naar Egypte, Turkije en Bulgarije. De nutteloze grond van de oude rozenvelden werd verkocht en huizen gebouwd. Maar ondanks dat de teelt voor het grootste deel uit Grasse en omgeving is verdwenen, is de kennis en de ervaring van de parfumeurs nog altijd volop aanwezig. Het is een hele kunst om een geur met al zijn karakteristieke eigenschappen te vangen. Een spannend proces.
Wie kent niet het boek ‘Das parfum’ van Patrick Süskind die de geur van jonge meisjes probeert te vangen. In Grasse kun je een opleiding volgen als assistent van de parfumeur ‘Le Nez’. Een pittige opleiding met als basis biochemie en als aangeboren talent een goed onderscheidingsvermogen qua smaak en geur. Eén van de grootste namen in de wereld van de parfum is Christian Dior.

Het initiatief om deze kennis en eeuwenlange ervaring te behouden en over te dragen aan jonge generaties vond een warm welkom. Het Musée de la Parfumerie en de Jardin houden zich sinds 1997 bezig met het samenstelling van een collectie en het aanleggen van een tuin als cultureel erfgoed.
Het ontwerp voor de tuin is een samenwerking tussen parfumeurs en tuinontwerpers. De uitgangspunten zijn de planten die worden gebruikt bij het maken van parfum. De indeling van de tuin is opgebouwd van lichte naar zware geuren. In deze tuin moet je wel alles aanraken, wrijven en ruiken. En blijven ruiken. Het blad van de pepermunt geeft net als de kruiden peterselie, koriander, rozemarijn en basilicum een frisse noot. De bessen van de valse peperboom geven een houtachtige en kruidige geur af. Ook gewone en bekende tuinplanten zoals wilde viooltjes, tuingeraniums en narcissen worden in de parfumindustrie verwerkt. En dan daarna al die bijzondere geuren te mengen tot dat er een heerlijk, verleidelijke parfum ontstaat die aan de verwachting van de koper in de huidige tijd voldoet. Vooral door globale marketing en mooie modellen versterkt tot vele miljarden euro’s omzet in deze industrie.
Christophe Mège, de zeer betrokken hoofdtuinman helpt vanaf het begin om het lege terrein vorm te geven met plantvakken en velden zoals als het ooit geweest is rondom Grasse. Omlijst met hoge cipressen en eeuwen oude olijfbomen op een terrein van 2.5 ha is dit een tuin om te genieten. Rond een oude waterloop en ruim waterbassin valt er veel te ontdekken. Zelfs de meest doorgewinterde planten expert zal verrast zijn. De velden van rozen, irissen en lavendel waar vroeger de bloemen door vrouwen in lange jurken met een zonnehoed op, met de hand werden geoogst, spreken nog steeds tot de verbeelding. In de serre staan de meest exotische planten, bedwelmend bij het binnengaan. Samen met een klein team medewerkers en mooi budget van diverse mecenaten zoals Clarins, Lux, Unilever, Fragonard en anderen kan deze tuin zich verder ontwikkelen. Om zo de kennis en ervaring van eeuwen te bewaren voor volgende generaties. Naast deze tuin heeft de buurman 2 ha Rosa centifolia in bio-cultuur aangeplant, ingrediënt voor de meest exclusieve parfums van Chanel en Dior. De historie herhaalt zich dus, er wordt weer op kleine schaal geteeld in Grasse.
Een klein eindje verderop ligt het Musée International de la Parfumerie. Hier wordt getoond hoe de verschillende planten tot essentiële oliën worden verwerkt. Verzameld worden als basis voor nieuwe uitdagende, strelende en boeiende geuren. In het moderne museum is een collectie van ruim 50.000 objecten. Een indrukwekkende verzameling van aardenwerken potjes en flesjes van de Romeinen, Grieken en Egyptenaren tot snuifdozen en eigentijdse flesjes van bekende merken. Met de fondsen van beroemde huizen zoals Chanel, Dior, Guérlin, Hermès, Kenzo en Yves Saint Laurent groeit de collectie nog jaarlijks.
Afwisselende tentoonstellingen in combinatie met moderne kunst zowel in de tuin als het museum zorgen voor een onvergetelijk bezoek aan Grasse op slechts een klein half uur rijden van Cannes.
Les jardins du Musée International de la Parfumerie – 06370 Mouans-Sartoux – Le Musée International de la Parfumerie – 06130 Grasse
Losse opmerkingen :
Het woord parfum is afgeleid van ‘perfumare’ dat ‘door de rook’ betekent. En volgens experts: Parfum sédiure, soigner, communiquer – (Parfum verleidt, verzorgt en comminiceert)
Bekende parfums door de tijd.
1792 : 4711 Echt Kölnisch Wasser – parfumeur Wilhelm Mûlhens
1889 : Jicky van Guerlin door parfumeur Aimé Guerlin
1921 : N° 5 van Chanel door parfumeur Ernest Beaux
1948 : L’Air du temps van Nina Ricci door parfumeur Françis Fabron
1977: Opium van Yves Saint Laurent – parfumeur Jean-Louis Sieuzac
1999 : J’Adore van Christian Dior door parfumeur Calice Becker
Een heerlijk parfum begint met geurende planten en bloemen die worden gevangen en verwerkt tot een ultieme verleiding.